“Ieper had Frontnacht meteen moeten weren”, vinden verdedigers van de Vredesstad. Na druk onder de kerktoren, kritiek uit het buitenland en een “ongezien” ultimatum van een nationale partijvoorzitter trok het stadsbestuur de vergunning voor Frontnacht weer in. Is er nu sprake van internationale imagoschade? En valt dat te fiksen?
Een voltijdse vredesambtenaar, driejaarlijkse Vredesprijs, jaarlijkse vredesvlag op de Grote Markt, wekelijks gezang tegen de oorlog in Oekraïne... Met tal van initiatieven profileert Ieper zich sinds het pauselijk bezoek van 1985 als Vredesstad. Maar dan viel Frontnacht als een dreigende schaduw over de voormalige frontstad, wat volgens sommigen zorgde voor internationale imagoschade.
Zoals Diederik Vandenbilcke, grafisch vormgever en ooit voorzitter van Groen Ieper. “Ik ontwierp het voormalig stadslogo, met daarin het rood Lotharings kruis van het Iepers wapenschild en een vredesduif”, vertelt hij. “Je hebt geen ellebogen nodig om aan te voelen, dat de Vredesstad en Frontnacht niet passen. Ik plaatste dan maar een cartoon van mijn logo. Met hakenkruis en een vredesduif, die wegvliegt van de ‘wrede stad’. Ik deelde dit op sociale media om mijn mening kenbaar te maken, nog voor de finale beslissing van het stadsbestuur.”
Ultimatum van Conner Rousseau
Na petities, een open brief van het speciaal opgerichte Vredescollectief Ieper en druk uit het buitenland, volgde dinsdag vlak voor de cruciale vergadering van het schepencollege een ultimatum van Conner Rousseau, de nationale voorzitter van Vooruit. Zijn partij, die in Ieper mee bestuurt, zou uit de coalitie stappen als Frontnacht doorgaat.
“Een nationale voorzitter die zich met de Ieperse politiek moeit, dat is ongezien”, stelt oud-burgemeester Jan Durnez (CD&V). “Er moet nu hard gewerkt worden om de imagoschade te herstellen. Hoe? Door zich wat meer geprofileerd en helder op te stellen in dossiers, die de Vredesstad aanbelangen. Zoals onlangs nog het tankmuseum. Het In Flanders Fields Museum blijft daarbij het baken.”
Voorwaardelijke vergunning
“Het zal niet vanzelf gaan”, beaamt Jordy Sabels, die als fractieleider van Groen Ieper al in mei pleitte voor een weigering. Niet op juridische grond, maar om ethische redenen.
“Dat is gevaarlijk”, vindt Philip Bolle, die als Iepers schepen van Vooruit de druk binnen de bestuurscoalitie mee opvoerde met het “bombardement” van zijn voorzitter. “Moet een schepencollege dan ook teksten analyseren van festivals uit linkse hoek? Met de beknotting van vrijheid van meningsuiting verander je een mening niet. Ik heb dus een grondige hekel aan verbieden. Tot nu, in het belang van de stad: Frontnacht blijkt geen vrijheid van meningsuiting, maar racistische haatpraat.”
Dat besef kwam pas na de verlenging van de voorwaardelijke vergunning. “Je kan ons enige naïviteit verwijten”, vervolgt Bolle. “De organisatoren probeerden ons vanaf het begin een loer te draaien. Alsmaar meer alerte mensen uit binnen- en buitenland begonnen ons te bestoken met bijkomende info. ‘Oei, dat ziet er toch niet zo goed uit’, dachten we dan. En op tijd. Er zou pas echte imagoschade zijn, als Frontnacht was doorgegaan. Dat de organisatie nu dreigt met een schadevergoeding voor gemaakte kosten? Dat is het laatste van onze zorgen.”
Of het vredig blijft binnen het bestuur van de Vredesstad, is een open vraag. Open Ieper vond de demarche van Rousseau misplaatst. “Jammer dat Vooruit er een politiek spel van maakte”, zegt schepen Diego Desmadryl (Open Ieper). “Onze coalitie is sterk genoeg, en kon ook zonder Conner beslissen.”
|