Bonjour, monsieur Garcia. Rudi Garcia (60) is de nieuwe bondscoach der Belgen. Vrijdag sprak de Franse opvolger van Domenico Tedesco voor het eerst. Hij had het daarbij over een manier om de perceptie rond de nationale ploeg te keren en over een eventuele terugkeer van Thibaut Courtois. “De eerste signalen zijn positief.”
Of hij de geschikte man is om onze Rode Duivels opnieuw naar succes te leiden, weten we nog niet. Maar dat Rudi Garcia een vlotte babbelaar is, staat nu al buiten kijf. Bij elke vraag die hij krijgt, volgt een heuse woordenstroom. Woorden die hij dan ook nog eens uitspreekt aan een tempo waaraan alleen een Fransman dat kan. Hier gaan we.
“Ik ben heel gemotiveerd. De gesprekken met Vincent Mannaert liepen al sinds begin december en sindsdien heb ik altijd met deze nationale selectie in mijn hoofd gezeten. Ik vind dat deze selectie een enorm potentieel heeft. Een tijdje geleden waren de Rode Duivels nog wereldtop en hoewel het de laatste tijd moeilijker loopt en er belangrijke spelers gestopt zijn, geloof ik dat we nog steeds ambitieus mogen zijn.”
Momenteel heerst er wel een soort pessimisme rond de Rode Duivels. Gelooft u echt dat we nog een selectie hebben die op EK’s en WK’s kan strijden om het allerhoogste?
“Dat de generatie met mannen als Vincent Kompany, Thomas Vermaelen en Eden Hazard in staat was om een EK of WK te winnen, staat buiten kijf. Maar hoewel zij er nu niet meer bij zijn, zijn er op vandaag wel nog steeds spelers van die generatie aanwezig. Zij moeten de hoekstenen en de leiders van deze ploeg worden en de talentvolle jongeren – die we zeker en vast nog voldoende hebben – ondersteunen. Op die manier kunnen we ervoor zorgen dat de nationale ploeg opnieuw die gouden schijn kan krijgen die ze niet zo lang geleden nog had. Dat wordt dan ook één van de taken waar mijn staf en ik, en bij uitbreiding de hele federatie, onze schouders onder willen zetten. Nu wil ik vooral snel aan het werk, want de eerste wedstrijden zullen er snel aankomen. De barrages tegen Oekraïne worden al over zes weken gespeeld.”
Hoe wilt u die negatieve perceptie omkeren?
“Door op een manier te spelen die de supporters graag zien. Aanvallend en met veel doelpunten. Ik wil uitgaan van eigen sterkte en de spelers duidelijk maken dat ze vertrouwen moeten hebben in zichzelf en in hun ploegmaats. Er is geen reden om dat niet te doen. We kunnen terug één van de beste landen te wereld worden, daar ben ik van overtuigd.”
“Maar de eerste voorwaarde daarvoor is dat de spelers alles geven voor de nationale ploeg. Ik was nog nooit bondscoach, maar ik kan me inbeelden welke trots je moet voelen als je een land vertegenwoordigt. Ik vind het belangrijk dat je dat uitstraalt en dat wil ik ook zien van mijn spelers. Als we die mindset hebben, zullen we heel mooie dingen kunnen realiseren en zullen we de supporters weer achter ons krijgen. Dat moet dan ook ons eerste doel zijn, want we zullen hen nodig hebben. L’union fait la force. Maar het zal wel eerst aan ons zijn om op het veld te tonen dat we ambitieus zijn, dat we goesting hebben en dat we alle matchen willen winnen. Met de gekende doelstellingen: eerst het behoud verzekeren in de Nations League en dan ons kwalificeren voor het WK 2026.”
Eén van die hoekstenen van de Gouden Generatie waar u het daarnet over had, is Thibaut Courtois. Heeft u al contact gehad met hem?
“Ik kan niet alles onthullen wat er in deze korte periode is gebeurd, maar natuurlijk heb ik met Vincent (Mannaert, red.) over deze situatie gesproken. Met Matz Sels en Koen Casteels beschikken we over zeer goede doelmannen, maar als de beste doelman van de wereld een Belg is, dan wil je die natuurlijk ook in doel hebben bij de nationale ploeg. Laat ons zeggen dat de eerste signalen positief zijn. We rekenen op hem, dat is zeker, maar we zullen zien wat de nabije toekomst brengt.”
U werkte in het verleden al samen met enkele Belgen. Denk aan Eden Hazard, Radja Nainggolan, Jason Denayer. Heeft u al met sommigen van hen gesproken?
“En Gianni Bruno en Divock Origi! Er zijn er wel wat. Ik heb vooral met Eden gesproken. Hij zal ook deel uitmaken van dit avontuur de komende achttien maanden. Hij kan kostbaar zijn en een rol spelen in waar ik het daarnet over had, want hij kent natuurlijk alle leiders van dit team. Daarnaast woont hij in Madrid, wat een voordeel kan zijn om Thibaut mee te overtuigen.” (lacht)
Bedoelt u dan een rol spelen in de staf?
“Neen, zo bedoelde ik het niet. Wel kan Eden ons een helpende hand bieden om iedereen samen te brengen. Het is altijd interessant om één van de beste spelers uit de Belgische geschiedenis achter je te hebben.”
Is het een optie om hem ooit te integreren in onze staf, zoals we in het verleden bijvoorbeeld Thierry Henry ook in de staf hadden?
“Dat is niet voorzien.”
Hoe zal je staf er dan wel gaan uitzien?
“Ik neem drie assistenten mee. Claude Fichaux, met wie ik al werk sinds mijn periode bij Lille, Stéphane Jobard, die nog mijn kapitein was bij Dijon en me de laatste jaren assisteerde bij onder meer Marseille en Napoli, en dan nog Christophe Prudhon, die belangrijk is op het vlak van data en videoanalyse. De staf zal ook nog verder uitgebouwd worden, maar daarvoor wil ik eerst kijken welke kwaliteit en knowhow er bij de Belgische federatie intern rondloopt.”
Naast Thibaut Courtois werd er de afgelopen maanden nog vaak gesproken over ego’s. Denk bijvoorbeeld aan Kevin De Bruyne, Romelu Lukaku, maar ook aan jongeren die met bepaalde ambities bij de nationale ploeg komen. U heeft in het verleden wel al met grote sterren gewerkt. Hoe pakt u dat aan?
“Ik heb het altijd gemakkelijker gevonden om met grote namen om te gaan. Je moet vooral eerlijk en transparant zijn. Dat geldt voor de grote namen, maar evenzeer voor de jonge spelers. In mijn ogen is de jongste speler in de selectie even belangrijk als iemand met heel veel ervaring. Met dat verschil dat er natuurlijk wel spelers zijn die op het veld een verlengstuk zijn van de coach. Van hen is het dan ook interessant om hun visie op bepaalde dingen te horen.”
“Dus natuurlijk ga je dan ook vaker met belangrijke spelers spreken. Om ze te overtuigen van de manier waarop ik naar dingen kijk en om mijn filosofie voor te stellen. Het is belangrijk dat die spelers mee willen in je verhaal. Naast al mijn andere bezoeken aan spelers ga ik dan ook naar Manchester, Napels en Madrid afreizen. Niet per se om die jongens te zien spelen – we kennen hun kwaliteiten, natuurlijk – maar vooral om met die spelers van gedachten te wisselen, hen mijn idee uit de doeken te doen en ervoor te zorgen dat ze voor honderd procent toegewijd zijn. Nogmaals: ik wil dat spelers met volle goesting naar de nationale ploeg komen. Ze moeten bij wijze van spreken te voet naar Tubeke willen komen. Die wil om erbij te zijn leek me de laatste matchen wat afwezig. Toen ik het wedstrijdblad zag tegen Israël bijvoorbeeld, vond ik het niet normaal dat er zoveel belangrijke spelers ontbraken. Als speler van de nationale ploeg representeer je je land en daar moet je fier op zijn.”
Vanwaar de keuze om van clubcoach over te schakelen naar bondscoach?
“De job van bondscoach heeft me altijd wel geboeid en toen België kwam aankloppen, was ik eigenlijk meteen geïnteresseerd. Sowieso had ik na mijn vertrek bij Napoli samen met mijn assistenten een lijstje gemaakt van clubs en nationale ploegen die ons eventueel wel zouden interesseren en in het geval van België sprak de sportieve challenge me meteen aan. Natuurlijk is het anders werken dan bij een club. Zo ben je bijvoorbeeld niet dagelijks bezig met je spelers. Daarom heb ik me de laatste weken ook wel geïnformeerd bij andere bondscoaches om een beetje te weten te komen hoe het allemaal precies in zijn werk gaat wat betreft planningen en dergelijke.”
Tien jaar geleden was u hier al eens kandidaat-bondscoach.
“Dat was in een ander leven! Maar ja, het klopt dat er in het verleden al eens contact was met de Belgische federatie.”
Geen spijt dat het er toen niet van gekomen is?
“Kijk, ik ben hier nu. Het moet zijn dat het mijn lot was om hier te belanden, maar dat ik eerst meer ervaring moest opdoen. Dat heb ik nu gedaan bij Franse en Italiaanse clubs. Vandaag kom ik hier met meer bagage toe dan dat het tien jaar geleden het geval geweest zou zijn. Maar al in het verleden leek dit me een zeer mooie uitdaging.”
De laatste wedstrijden tussen Frankrijk en België waren altijd zeer... geanimeerd, laat ons zeggen. Hoe kijkt u daarnaar, nu u als Fransman Belgisch bondscoach geworden bent?
“Ik ben niet gekozen omdat ik Fransman ben, maar wel omwille van de resultaten die ik bij mijn vorige clubs behaald heb. Het is waar dat België en Frankrijk elkaar de laatste tijd al enkele keren zijn tegengekomen op grote momenten en we zullen zien of we in de nabije toekomst nog zulke confrontaties gaan krijgen, maar wat zeker is: vanaf nu ben ik honderd procent Belg. En daar ben ik fier om. Ik zal dan ook met al mijn motivatie de Belgische kleuren verdedigen.”
En de Brabançonne meezingen?
“Natuurlijk. Ik moet ze nog leren, maar dat zal ik met veel plezier doen.”
Uw voorgangers waren evenzeer buitenlanders. De ene woonde in België, de andere niet. Wat gaat u doen?
“Dat weet ik nog niet. Maar wat het belangrijkste is: ik zal alles geven voor deze job. Jullie kunnen op me rekenen. Ik kan mijn truitje niet natmaken, want ik sta niet op het veld, maar hoe dan ook zal ik al mijn energie in deze job steken. Dat zal ook nodig zijn, want we hebben geen tijd te verliezen.”
|