СПІЛЬНО БАЧЕННЯ  ::  ІНОЗМІ
Переклади, аналітика, моніторинг - Україна (і не лише) очима іноземних ЗМІ
         Головна        
        Політика        
      Human rights      
  Міжнародні відносини  
        Культура        
          Спорт         
        Більше...       

Знайдено на сайті:Het Nieuwsblad
Мова:19 (Dutch / Nederlands)
Заголовок:

Niemand weet hoe je hun naam uitspreekt, maar deze architecten geven Hasselt vorm: “Nooit discussie gehad”

Резюме:

Tien jaar geleden richtten drie Limburgse architecten samen het UAUcollectiv – spreek uit: WOW - op. Vandaag geeft de groep vorm aan stad en omgeving in Hasselt, maar bouwen ze net zo goed winkelcentra in Berlijn of Caïro.

Eén lunch in het Hasseltse restaurant Bar Tre. Meer hadden Frederik – Frits voor de vrienden - Vaes, Massimo Pignanelli en Joris Diliën niet nodig om te beseffen dat ze, door hun krachten te bundelen, een grotere impact zouden kunnen creëren op onze omgeving. Het UAU collectiv was geboren en zet precies tien jaar later een nieuwe stap met een strategische herstructurering. De aandelen worden herschikt, zes jongere medewerkers worden ook partners. Maar eerst nog even terug naar het begin.

“We waren allemaal los van elkaar bezig, maar Frederik en ik waren – door architect Jaspers – een beetje kunstmatig bij elkaar gezet voor het wedstrijddossier rond ’t Scheep in Hasselt”, keert Massimo Pignanelli terug naar eind 2014. “Tegelijkertijd werkte ik al wel eens met Joris samen. Maar Frederik en Joris hadden elkaar voor die lunch nog nooit gezien.”

Wat maakte dat het meteen klikte?

Massimo: “Eerlijkheid. We hebben tijdens dat gesprek alles op tafel gegooid: cijfers, projecten…”

Joris: “We zochten allemaal schaalvergroting. En krachten bundelen is altijd ons ding geweest. Iets afschermen levert niks op, dat zit niet in onze genen.”

Massimo: “Nochtans verklaarde de buitenwereld ons voor zot. ‘Drie ego’s bij elkaar, dat gaat nooit lukken’ kregen we te horen, ook bij de ontwikkelaars. Terwijl we echt heel complementair zijn in ons vak en we laten elkaar vrij. We hebben in die tien jaar ook nog nooit een woordenwisseling gehad. Een probleem wordt meteen aangekaart en opgelost. Dus we zijn toch gesprongen en de trein is vertrokken tegen 400 per uur.”

Joris: “En de rollen hebben zich uitgekristalliseerd. Je zou kunnen zeggen dat ik de cijferaar ben, Massimo de communicator en Frits de filosoof. Die structuur werkt, ook voor de nieuwe generatie.”

Wie is dan met het opvallende ‘UAU’ op de proppen gekomen?

Frederik: “We zijn samen op weekend gegaan in Maastricht en hebben er besproken wat voor ons belangrijk was. Daar is onze slogan ‘Liberate yourself’ naar voor gekomen. (Massimo toont de tattoo op zijn voorarm, red.) Maar dat vonden we een iets te moeilijke naam, Studio LY.”

Massimo: “Ik kreeg toen de opdracht om een nieuwe naam te zoeken. Verwondering was iets wat we gemeenschappelijk hadden, het wow-gevoel. Dat heb ik in het romaans vertaald, dus met de U in plaats van de W. Dat veel mensen niet wisten hoe ze het moesten uitspreken, vonden we niet erg. We hebben zelfs billboards met onze naam aan iedere invalsweg naar Hasselt geplaatst. Ze hebben de media gehaald, maar wij hadden een contract getekend: wie het eerste zijn mond opendeed, moest 15.000 euro in de pot stoppen. (lacht)

Frederik: “Mensen dachten dat het reclame voor een kledingwinkel was (lacht). Het was tegelijkertijd ook een reactie op het feit dat de Orde van Architecten ons altijd verboden had om reclame te maken.”

Tijdens de opstart waren jullie nog bezig met ’t Scheep, het nieuwe stadhuis van Hasselt?

Frederik: “Architect Jaspers, die het project leidde, belde mij om samen te werken. Bouwfirma Democo wilde namelijk samenwerken met Massimo en Jaspers kende hem niet echt. Ik moest Massimo in het oog houden (lacht). Zo hebben wij elkaar gevonden. ’t Scheep lokte veel discussie uit en dan moesten wij de kastanjes uit het vuur halen. Zo hebben we een ruggengraat gekweekt. Het was ook een tijd dat er nog niks geregeld was qua vergoedingen als je deelnam aan een architectuurwedstrijd. Ik denk dat ik er persoonlijk 100.000 euro in heb moeten investeren.”

Massimo: “(knikt) Ofwel gingen wij twee failliet, ofwel een andere partij. Het is dan Juul Vanleysen geworden. Dat vonden we toen erg jammer voor hem, schandalig gewoon. En eigenlijk zijn die wedstrijden dat nog altijd. Als je het project niet binnenhaalt, ben je een smak geld kwijt.”

Wat was jullie eerste eigen project?

Massimo: “Refuga, het woonproject in de Hasseltse binnenstad. Bart Tans van Kolmont en Ed Somers van Vestio waren de eersten die zeiden dat ze voor grote projecten nooit met ons apart wilden werken, maar ons drie samen zagen ze wel zitten.”

Zou je ‘t Scheep vandaag opnieuw bouwen? In dezelfde vorm en op dezelfde plaats?

Frederik: “Absoluut. Er is tegenkanting geweest, maar ik heb er nooit aan getwijfeld. De essentie is dat je eerst administraties had in vijf gebouwen, verspreid over de stad. Er waren ook voorstanders om aan het Provinciehuis te bouwen. Nu is er geraken misschien iets moeilijker, maar je trekt je binnenstad weer open en je hebt de interactie met de TT-wijk.”

Jullie ontwerpen altijd vanuit een bepaalde missie?

Massimo: “We voelen ons verplicht om met een project voor een positieve impact op de hele omgeving te zorgen. Kijk naar ’t Scheep. We hebben Hassotel er bij kunnen ontwikkelen, de Voorzorg heeft zich vernieuwd en straks zorgt een verbouwde Galerij De Ware Vrienden hopelijk voor de ontsluiting naar de Grote Markt. De Inno is er mooi op aangesloten, het Limburgplein is ontstaan. ’t Scheep is echt een katalysator geweest.”

Frederik: “Wij combineren de academische benadering met ons buikgevoel. En denken na over wat de toekomstige generatie zou willen. We zoeken ook altijd uit of we er een nieuw ecosysteem kunnen opbouwen. Soms zijn dat maar kleine dingen. Neem de GO-school hier vlakbij. Het probleem van een school is dat er altijd hekken en poorten rondom staan vanwege de veiligheid. Door met luifels te werken hebben we nu ook een gevoel van geborgenheid gecreëerd, maar tegelijkertijd ook openheid, zonder hekken.”

Massimo: “Publieke infrastructuur moet tegenwoordig dienen voor de hele gemeenschap. Vandaag wordt daar nu ook buiten de schooluren getafeltennist en gevoetbald.”

Lukt elk project? Of moet je soms alles in de vuilnisbak gooien?

Joris: “Dat niet, maar soms is de weg wel iets hobbeliger. Een gemiddeld project duurt in totaal zes jaar. Soms moet je je in die periode aanpassen aan de economische realiteit, soms zit je met een nieuw stadsbestuur met andere inzichten. Daarnaast zijn de vergunningen natuurlijk een killer in Vlaanderen. De politiek is zich daar nu eindelijk wel van bewust.”

Er is steeds minder open ruimte beschikbaar om te bouwen. Dat vergt een maatschappelijk debat hoe we daar moeten mee omgaan. Jullie zijn daar al langer mee bezig?

Massimo: “Met City Loft waren we acht jaar geleden al voorlopers. Nu volgt het Taxandriaproject voor ontwikkelaar LAUD, langs de grote ring in Hasselt. Het draait om kleinschalig wonen met gedeelde voorzieningen. We werden toen wel eerst bekeken alsof we aan huisjesmelkerij gingen doen met woningen van 50m² (lacht). Zo moesten we geen terras voorzien, maar kunnen bewoners gebruik maken van een gezamenlijk dakterras. Toen wou de stad het eerst niet vergunnen, vandaag sturen ze er een gids doorheen om het als voorbeeldproject te tonen.”

Frederik: “Onze job is dus niet alleen een gebouw op papier zetten, maar ook mensen overtuigen en bewust maken. Want als je alleen maar dingen ontwerpt waar iedereen voor is, krijg je overal middelmaat. Maar verandering is natuurlijk vaak het moeilijkste om te slikken.”

Joris: “In Kortrijk hebben we een project ontwikkeld met in vier lagen gestapelde ruimtes voor kmo’s. Daar komen ze nu van overal naar kijken. Het is een voorbeeld van hoe we onze beschikbare ruimte anders moeten gaan ontwikkelen.”

Massimo: “Daarvoor heb je dan wel overheden met een open geest nodig. En zo kom je weer bij de vergunningen uit. Veel ambtenaren zijn daar toch nog niet klaar voor.”

Joris: “De tijd dat de architect een plannetje maakte aan zijn tekentafel dat de aannemer dan bouwde, is helemaal voorbij. Het overkoepelend nadenken, deel uitmaken van een maatschappelijk verhaal, daar gaat het nu over. Gewoon vierkante meters tellen en de opbrengst berekenen is niet meer genoeg. De rol van de architect gaat dus helemaal veranderen. Het enige waar ik moeite mee heb, is dat onze klanten nog niet altijd mee zijn. Dus ons klantenbestand gaat nog gefilterd worden.”

Meer dan tien procent van de Limburgers woont intussen op grondgebied Hasselt. Het is dus nodig om te kijken hoe je dat gaat organiseren in de toekomst. Hoe moet het Hasselt van 2035 er uitzien?

Frederik: “Je komt dicht bij het tipping point van 100.000 inwoners. Dan krijgen zaken die met niche-activiteiten bezig zijn ook kansen en krijg je meer diversiteit in je aanbod. Tel daar de explosie van de universiteit en de hogescholen bij en het wordt heel interessant. Belangrijk is ook dat twintigers en dertigers er hun plek vinden. En dat ook wie niet rijk is, er zijn kans krijgt.”

Joris: “Daarnaast moet je de binnenstad ook buiten de winkeluren activeren. Nu is het nog te veel een groot dorp in plaats van een grote stad. Maar je kunt alleen een stap vooruit zetten door schaalvergroting.”

Massimo: “Maar als je spreekt van een hoogbouw van negen verdiepingen beginnen ze al te bibberen op ’t Scheep. (lacht)

Of als er een aanvraag komt om van de voormalige Standaard Boekhandel een nachtclub te maken, staat iedereen op zijn achterste poten?

Massimo: “Klopt. Wij houden onze feestjes hier intussen ook al overdag, want ’s avonds staat de politie hier om de haverklap wegens geluidsoverlast.”

Kan je die mindset nog omdraaien?

Frederik: “Toch wel. Als er een aanvraag komt voor een nachtclub, wil dat zeggen dat er een investeerder is die een behoefte ziet. Dan moet je als overheid het kader scheppen waarbinnen dat het kan. Doe het voor mijn part zelfs onder de grond.”

Joris: “Vanuit de politiek was er in Hasselt precies een bepaalde schroom om aan die stad te werken. Met als uitgangspunt: ‘het is goed zo, laat het maar’. Bijna een soort van berusting. Gelukkig zien we in het nieuwe bestuur hierin wel een vooruitgang.”

Dat heeft misschien ook te maken met de samenstelling van de bevolking?

Frederik: “In de binnenstad is die inderdaad wat ouder en dan krijg je de schrik voor het onbekende. Kijk, mensen komen in Hasselt wonen en krijgen dan kinderen. Die jonge gezinnen willen niet dat er gebouwd wordt in de stad, want dat geeft lawaai en overlast. Dan zijn die kinderen plots twintigers en moet er wel gebouwd worden, want die kinderen zoeken een woning. Iedereen bekijkt alles vanuit zijn eigen context en de politiek luistert daar dan naar.”

Galerij de Ware Vrienden blijft een probleem. Daar hebben jullie ook een concept voor uitgewerkt?

Massimo: “Twintig concepten, bedoel je? (lacht) We zijn nu opnieuw pro deo aan het tekenen, omdat het stadsbestuur en de eigenaars nu echt iets willen doen. De individuele perceeleigenaars hebben altijd te veel geld gevraagd. Die winkels hadden het hoogste kadastraal inkomen van heel Hasselt, maar waren in de praktijk natuurlijk veel minder waard. Een projectontwikkelaar kan zijn rekening dan niet doen kloppen.”

Jullie kijken vanuit jullie kantoor uit op het Cultureel Centrum. Hoe zie je de toekomst van die site?

Massimo: “Omdat we ons hier thuis voelen, zijn we wel wat mogelijke scenario’s aan het bekijken. Nu hebben we eigenlijk vooral een probleem met de parking. In alle projecten verplicht de stad je te vergroenen, wat geld kost. En dan leggen ze het hier zelf vol tarmac. Dat is gemakkelijk, maar dat krijgt geen enkele andere ontwikkelaar nog klaar.”

Joris: “Voor zo een concept moet je eigenlijk alles wat aan het stadspark grenst er bij pakken. Ook het gebouw van de kunstacademie dat gedateerd is, ook de site van het ziekenhuis dat hier ooit verdwijnt. Je kunt er een heel mooie wijk rond ontwikkelen, als uitbreiding van de binnenstad. Het CCHa zelf is nog een mooi gebouw, maar eigenlijk een beetje onderbenut. Je kunt er meer mee teruggeven aan de inwoners.”

De vergroening is vandaag ook altijd een belangrijk aspect bij bouwprojecten?

Massimo: Absoluut. Daarom werken wij bijvoorbeeld vaak samen met Natuurpunt. Zoals wij een ruimtelijke scan maken, maken zij een bioscan. Wat leeft er, hoe kunnen we gebieden verbinden en de biodiversiteit verhogen?”

Frederik: “Op de Recore-site zorgden barsten in één structuur ervoor dat een bepaalde vogel er zich thuis voelde, in een andere hoek kon een uil zich nestelen. Een andere ontwikkelaar zou dat misschien eerder afgebroken hebben. In Luik hebben we op Sart Tilman een project getekend voor 800 studentenkoten, op een site met een hoogspanningslijn en een stuk bos. We hebben een ellipsvorm rond een bestaand gebouw gemaakt, helemaal in het groen.”

Die regels hebben natuurlijk hun gevolgen voor de nog te bebouwen oppervlakte?

Joris: “Je gaat bij ons ook de shift krijgen van particulier wonen naar een soort productwonen, zoals dat in Nederland aan de gang is. Je bekijkt het vanuit een collectief systeem. Aan ons om daar iets moois van te maken. En als de ruimte beperkt wordt, zul je wel de hoogte moeten ingaan. In stedelijke context is die evolutie al heel fel bezig.”

Terwijl de Belg toch nog altijd zijn klassieke huis met stukje grond wil?

Joris: “En vooral een gemaaid gazon. (lacht)

Frederik: “In de jaren zestig en zeventig waren er subsidies om van de stad naar het platteland te verhuizen. Toen zijn er veel woningen gebouwd die slecht te isoleren zijn. Die komen nu allemaal op de markt. Een appartement in Hasselt kost al snel 350.000 tot 400.000 euro, terwijl je in de buitengebieden een kast van een huis kunt kopen voor minder dan 300.000 euro. Maar als je daar moet aan beginnen verbouwen, ben je veel meer geld kwijt. Dus niet de centra zijn de grootste uitdaging, maar wel dat oudere patrimonium.”

Veel mensen beschouwen dat oudere huis wel als hun spaarboekje om een appartement te kopen of het rusthuis te betalen. Maar plots daalt dat fors in waarde?

Frederik: “Juist. En dat gaat nog erger worden. Je gaat mogelijk wel een beweging krijgen dat dertigers die huizen gaan kopen, ze uitbreiden en er samen in gaan wonen. Maar dan moet je daar weer toestemming voor krijgen, want dat zijn eigenlijk eengezinswoningen. Bovendien liggen die ver van alles af, zodat je voor alles de auto nodig hebt. De Vlaamse overheid moet dus dringend gaan nadenken over wat we met dat enorme patrimonium gaan doen.”

Van Vlaanderen naar het buitenland. Jullie hebben in Caïro recent District 5 opgeleverd, een winkelcentrum van 90.000m². Hoe zijn die bij UAU uitgekomen?

Frederik: “Omdat de Arabische geldschieters ons project in Berlijn gezien hadden. We hebben hen van begin af aan wel gezegd dat we er geen bling-bling of marmeren toestanden wilden, maar wel ruwe materialen, zoals de Egyptenaren hun eigen huizen bouwen. Je vindt er een kunstwerk van Arne Quinze van anderhalf miljoen euro in, maar ook lokale streetart. Door District 5 zijn we nu ook weer gevraagd voor twee andere projecten in Egypte, waaronder een zevensterrenhotel.”

Is het de ambitie om nog meer projecten in het buitenland te doen?

Massimo: “We hebben al op veel plaatsen in de wereld gebouwd, van Parijs tot New York en Hongkong. We hebben sinds kort ook een eigen afdeling in Eindhoven. De industriële groei daar heeft ook impact op onze eigen provincie. Daarom zijn we met LRM, de gemeente Pelt en industriële spelers als Profel bezig met een masterplan voor de regio. Wat Lanaken voor Maastricht betekent, zullen Pelt en Lommel voor Eindhoven worden. Dus mogen er niet dezelfde fouten gemaakt worden zoals vijftig jaar geleden met de lintbebouwing.”

Jullie hebben ook nog een sterke link met Oekraïne?

Joris: “Onze partner Arsenii Kuznetsov heeft contact gezocht met studiegenoten die in Kiev een architectenkantoor met 300 mensen leidden. Ze vroegen ons om onze Westerse elementen in hun werking te implementeren. We waren er nog een woontoren aan het tekenen, de dag dat de Russen binnenvielen. Plots zaten zij met veel minder werk. Daarom schakelen we nu ginds een vijftiental mensen in via een digitaal platform om ons te helpen tekenen. Na de oorlog willen we dat graag verder uitbouwen.”

{ "type": "aside-inline", "title": "UAU en Hasselt", "content": [ { "p": "UAUcollectiv stelt in Hasselt 30 mensen te werk. De groep architecten werkt aan projecten in heel België en de rest van de wereld, maar heeft in tien jaar zeker zijn stempel gedrukt op de stad Hasselt. Een aantal van de Hasseltse projecten die op dit moment in de steigers staan:" }, { "bullet_list": [ "RE-CORE-site", "Galerij De Ware Vrienden in combinatie met galerij Albert ", "Woonproject Taxandria op de Grote Ring", "Mouttoren-site, tegenover Quartier Bleu", "The ZOO, Kempische Steenweg", "CORDA-Arena", "De paardenstallen op de REFUGA-site", "Kuringerpark (tegenover Bloemen Thomas)", "Parkwijk (naast Houthandel Beulen) ", "Stokrooi (metamorfose dorpskern) ", "The Century (nieuwe terrassen) " ] } ] }
Посилання:https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20250317_94980458
google translate:  переклад
Дата публікації:22.03.2025 2:00:00
Автор:
Url коментарів:
Джерело:
Категорії (оригінал):
Додано:22.03.2025 3:00:25




Статистика
За країною
За мовою
За рубрикою
Про проект
Цілі проекту
Приєднатися
Як користуватися сайтом
F.A.Q.

Спільнобачення.ІноЗМІ (ex-InoZMI.Ruthenorum.info) розповсюджується згідно з ліцензією GNU для документації, тож використання матеріалів, розміщених на сайті - вільне за умов збереження авторства та наявності повного гіперпосилання на Рутенорум (для перекладів, статистики, тощо).
При використанні матеріалів іноземних ЗМІ діють правила, встановлювані кожним ЗМІ конкретно. Рутенорум не несе відповідальності за незаконне використання його користувачами джерел, згадуваних у матеріалах ресурсу.
Сайт є громадським ресурсом, призначеним для користування народом України, тож будь-які претензії згадуваних на сайті джерел щодо незаконності використання їхніх матеріалів відхиляються на підставі права будь-якого народу знати, у якому світлі його та країну подають у світових ЗМІ аби належним чином реагувати на подання неправдивої чи перекрученої інформації.
Ruthenorum/Спільнобачення Copyleft 2011 - 2014